Terug naar Homepagina

Bijbelse tweelingen

Typen van de tweevoudige komst van Christus

1e Om te sterven voor onze zonden
2e Als Heer over de wereld

Typologie
In de Bijbel komt veel typologie voor, waarbij iets of iemand een type is van Jezus Christus. De Bijbel geeft dit soms rechtstreeks aan, bijvoorbeeld dat het Pascha verwijst naar Christus (1 Korinte 5:7, Exodus 12:21). Soms geeft de Bijbel een typologie niet expliciet aan, maar is die toch duidelijk aanwezig. Bijvoorbeeld Abraham, die zijn zoon Izaäk gaat offeren op het gebergte Moria, is een beeld van God de Vader, die zijn Zoon laat kruisigen op Golgotha als zoenoffer voor onze zonden. Een ander voorbeeld is Jozef, de geliefde zoon van Jakob. Hij is een beeld van Jezus, de geliefde Zoon van God, zowel in zijn verwerping door de meeste Israëlieten als in zijn verheerlijking als Heer (Genesis 37 en 42).

Een minder bekende typologie is die van de Bijbelse tweelingen. Zij zijn typen van de tweevoudige komst van Christus. Bij zijn 1e komst is Hij gekomen in vernedering om te sterven voor onze zonden, bij zijn terugkomst op aarde zal Christus zich glorieus openbaren als Heer. Dit vinden we terug bij de Bijbelse tweelingen, waarvan de oudste steeds een beeld is van Christus bij zijn 1e komst en de jongste van Christus bij zijn 2e komst.


Esau en Jakob
De zonen van Izaäk en Rebekka vormen de bekendste tweeling. Al voor hun geboorte werd tegen hun moeder gezegd: Twee volken zijn in uw schoot, en twee natiën zullen zich scheiden uit uw lichaam; de ene natie zal sterker zijn dan de andere, en de oudste zal de jongste dienen (Genesis 25:23). Esau zou Jakob gaan dienen (עבד obed = dienen = dienaar = knecht), terwijl Jakob een type is van Jezus als Heer bij zijn 2e komst. In die zin is Esau een type van Jezus als de Knecht des HEREN, die de 1e keer is gekomen om te dienen (Markus 10:45). Jakob wordt gediend en is zo een type van Christus als Heer bij zijn 2e komst op aarde.

Jezus’ kruislijden komt in beeld bij Esaus geboorte; hij werd toen door zijn broer bij zijn hiel (עקב akob) vastgehouden: En daarna kwam zijn broer te voorschijn, wiens hand Esaus hiel vasthield; daarom noemde men hem Jakob (Genesis 25:26).
Dat is een heenwijzing dat Jezus bij zijn 1e komst aan zijn hiel gewond zou raken (Genesis 3:15), wat geschiedde tijdens de kruisiging (Psalm 22:16). En zo is Jakob aan zijn naam gekomen, want יעקב jakob betekent hand-hiel. En niet bedrieger, zoals velen abusievelijk denken. In het algemeen betekent het Hebreeuwse woord עקב (akob) hiel. Slechts éénmaal wordt dit woord met bedriegen vertaald (Jeremia 9:4). Het gewone woord voor bedriegen in het Hebreeuws is כחש (kachsj), en dat komt 21 keer in de Bijbel voor.

Wanneer de broers volwassen zijn, vindt er een gebeurtenis tussen hen plaats, waaruit opnieuw de typologie blijkt. Jakob had rode linzensoep gekookt en Esau kwam vermoeid van de jacht thuis en vroeg om dat rode, dat rode daar, want ik ben moe. Daarom gaf men hem de naam Edom (Genesis 25:30).
Edom (אדם) betekent rood en rood is een beeld van zonden: al waren uw zonden … rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol (Jesaja 1:18). Dit verwijst naar Christus, die onze zonden droeg (Jesaja 53:12) en voor onze zonden is gestorven (1 Korinte 15:3).

In het vervolg zien we een verwijzing naar Jezus’ sterven bij zijn 1e komst. Jakob wilde van Esau het eerstgeboorterecht in ruil voor de rode soep. En Esau reageerde: Zie, ik ga toch sterven; waartoe dient mij dan het eerstgeboorterecht (Genesis 25:32)?
We zien ook een parallel met het eerstgeboorterecht van Jezus Christus. Esau deed afstand van zijn eerstgeboorterecht, want hij ging toch sterven. De typologische vervulling is dat Jezus zijn eerstgeboorterecht verloor, door zijn sterven (Markus 12:6-9).
Esaus eerstgeboorterecht kwam terecht bij Jakob. Dat Jakob het eerstgeboorterecht verkreeg, zien we ook in het feit dat Jakob een van de voorvaders van de Heer Jezus is (Matteüs 1:2). En dit had God al verkiezend bepaald vóór de geboorte van deze tweeling (Romeinen 9:11-13). Maar Jezus herkreeg zijn eerstgeboorterecht door zijn opstanding uit de doden; Hij is de eerstgeborene der ganse schepping (Kolosse 1:15-18). En als de Eerstgeborene zal Hij ook herkend worden door Israël bij zijn wederkomst: zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben … zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene (Zacharia 12:10).


Zerach en Peres
Deze tweelingbroers zijn minder bekend. Zij zijn de jongste zonen van Juda: Toen het nu de tijd was, dat zij baren zou, was er een tweeling in haar schoot. En toen zij baarde, stak er een zijn hand uit, en de vroedvrouw nam die, bond om zijn hand een scharlaken draad en zei: Deze is het eerst gekomen. En toen hij zijn hand weer introk, daar kwam zijn broer, en zij zei: Hoe krachtig zijt gij doorgebroken, en zij gaf hem de naam Peres. En daarna kwam zijn broer aan wiens hand de scharlaken draad was, en men noemde hem Zerach (Genesis 38:27-30). Wij zouden eerder Peres de oudste noemen, omdat hij het eerst volledig geboren werd. Maar de Bijbel noemt Zerach de oudste, omdat zijn hand het eerste tevoorschijn kwam.

Zerach (זרח) betekent morgenrood. Om Zerachs hand werd een scharlaken draad gebonden. Scharlaken is, net als rood, een beeld van de zonde: al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol (Jesaja 1:18). Dus ook hier verwijst de oudste van deze tweeling naar Christus, die onze zonden droeg (Jesaja 53:12).

Ook bij deze tweeling is de jongste een voorvader van de Heer Jezus (Matteüs 1:3). Zijn Nakomeling zal straks de Koning van het Messiaanse vrederijk zijn. Zijn naam Peres verwijst eveneens naar Christus bij zijn wederkomst, want פרץ peretz betekent breuk, breker, breken en met die titel staat Hij opgetekend als de Koning, die de Joden terugbrengt naar het land Israël: Voorzeker zal Ik u, o Jakob, in uw geheel bijeenbrengen, voorzeker vergaderen het overblijfsel van Israël. Ik zal hen bijeenbrengen als schapen in een kooi, als een kudde in het midden der weide. Het zal er gonzen van mensen. De doorbreker (פרץ) trekt voor hen op; zij breken door en trekken door de poort en gaan daardoor uit; en hun koning trekt voor hen uit, en de HERE aan hun spits (Micha 2:12-13).


Thomas
De overige tweelingen staan vermeld in het Nieuwe Testament. Eén van de 12 apostelen heet Thomas en deze Aramese naam betekent Tweeling. Zijn naam wordt enkele keren vertaald, maar in sommige vertalingen staat dan Didymus. Dat is het Griekse woord voor Tweeling, zodat de Nederlandse lezer nog niet weet dat zijn naam Tweeling betekent. Van een eventuele tweelingbroer weten we niets.
Wat wel opvallend is, is wat er staat opgetekend nadat zijn naam wordt vertaald. De 1e keer is dat vlak voordat Thomas zei dat Jezus zou sterven: Thomas dan, genaamd Tweeling, zei tot zijn medediscipelen: Laten wij ook gaan om met Hem te sterven (Johannes 11:16). Een heenwijzing naar Jezus’ sterven bij zijn 1e komst op aarde.
De 2e keer dat Thomas’ naam wordt vertaald is vóór zijn geloofsbelijdenis tot Jezus, na Diens opstanding uit de doden: mijn Heer en mijn God (Johannes 20:24-28). Bij zijn wederkomst zal Jezus Heer zijn.


Dioskuren
De laatste tweeling in de Bijbel komen we tegen als het teken van het schip, waarmee Paulus van Malta naar Rome voer: Na drie maanden nu zeilden wij uit met een schip uit Alexandrië, dat op het eiland overwinterd had, en de Dioskuren als kenteken voerde (Handelingen 28:11). Het is het enige schip waarvan de naam in de Bijbel staat.
De Dioskuren zijn de tweelingbroers Castor en Pollux in de Griekse mythologie. Castor stierf, maar Pollux was onsterfelijk. Ze staan in de hemel geplaatst als de 2 helderste steren van het sterrenbeeld Tweelingen. Zelfs hier is nog een rest terug te vinden van typologie aangaande Christus, die heeft gezegd: Ik ben dood geweest, en zie, Ik ben levend tot in alle eeuwigheden (Openbaring 1:18).


Conclusie
Concluderend is duidelijk dat de tweevoudige komst van Christus al in de typologie van Bijbelse tweelingen te vinden is. Zijn 1e komst op aarde heeft 2000 jaar geleden plaats gevonden. Zijn 2e komst zal dus net zo zeker gebeuren. Waak dan, want u weet niet, op welke dag uw Heer komt (Matteüs 24:42).


Terug naar Homepagina