Toon Indexframe Freeware
Kalenders en tijdrekening

_________________________________________________________________

De Romeinse kalenders

De Juliaanse kalender

De Romeinse jaartelling

In 46 v. Chr. heeft de Romeinse alleenheerser Julius Caesar (46 - 44 v. Chr.) een nieuwe kalender geïntroduceerd. Het doel van zijn kalender was om ervoor te zorgen dat het begin van de lente (het lentepunt) zoveel mogelijk op dezelfde datum zou vallen, namelijk 22 of 23 maart. Daartoe werd een kalender opgezet met een jaarlengte van 365 dagen, met eens in de vier jaar een schrikkeljaar van 366 dagen. In het schrikkeljaar werd een extra dag, een schrikkeldag, ingevoerd, namelijk 29 februari. Dit was niet nauwkeurig genoeg, want het verschil in tijd tussen twee opeenvolgende lentepunten bedraagt gemiddeld 365,2422 dagen, het tropisch jaar. Dit probleem werd pas goeddeels gecorrigeerd door Paus Gregorius XIII bij de invoering van de Gregoriaanse kalender in 1582.
Het tropische jaar is dus de tijdsspanne van 4 seizoenen en die tijdsduur wordt door alle culturen als jaar ervaren. Die tijd is net een beetje korter dan de tijd die de aarde nodig heeft om haar baan om de zon te voltooien. Die tijd bedraagt 365,2564 dagen en wordt het siderisch jaar genoemd. Het gevolg hiervan is dat de zon op een bepaalde datum ieder jaar op een iets andere plaats aan de hemel staat. Inmiddels zijn we ruim 2000 jaar verder en komen de tekens van de dierenriem nu ongeveer een maand later op dan in het jaar van de tot stand koming van de Juliaanse kalender. Een en ander kunt u met het DOS-programma sterfoto.zip of het Windows-programma stellarium naspelen. Na 25.800 jaar (het zgn. Platonisch jaar) staan de sterrenbeelden weer op hun oorsronkelijke plaats.
Merkwaardig genoeg houdt de astrologie hiermee geen rekening bij de bepaling van horoscopen. Ook de keerkringen hebben namen die nog steeds astrologisch bepaald zijn. De steenbokskeerkring heet zo, omdat de zon rond het winterpunt (21/22 december) in het sterrenbeeld steenbok zou verschijnen. Dat was 2000 jaar geleden inderdaad het geval. Tegenwoordig staat de zon op 22 december echter in het teken Boogschutter en helemaal niet in het sterrenbeeld Steenbok. De juiste naam voor de zuidelijke keerkring zou dus boogschutterskeerkring moeten zijn. Evenzo is de naam kreeftskeerkring fout, de juiste naam is eigenlijk tweelingskeerkring. De zon staat namelijk in het zomerpunt (21 juni) net in het sterrenbeeld Tweeling (komend vanuit de Stier) en pas een maand later in het teken Kreeft.
Het verschil tussen het siderisch en het tropische jaar wordt veroorzaakt door de rotatie van de aardas. Deze wijst nu naar de poolster, maar de richting verschuift heel langzaam in een cirkel van met een straal van 23,5°. Een cyclus van de aardas duurt ruwweg 25.800 jaar.
Een nog minder bekend verschijnsel is dat de lengte van de seizoenen langzaam verandert. Zo is nu (op het noordelijk halfrond) de winter het kortste jaargetijde en de zomer het langste. Dat komt omdat de aarde in een elliptische baan om de zon draait en zich in de noordelijke winter het dichtst (!) bij de zon bevindt, in het perihelium, zo rond 3 januari. Rond 4 juli staat de aarde het verst van de zon in het aphelium. De gemiddelde tijd tussen twee opeenvolgende momenten dat de aarde in het perihelium staat is 365,2596 jaar, het anomalistisch jaar. Zo'n 4000 jaar geleden was het perihelium in de herfst, toen was de herfst het kortste jaargetijde en de lente het langste. De periodiek, waarin het perihelium zich verplaatst is ongeveer 21.000 jaar.

Oorspronkelijk rekende Julius Caesar de jaren vanaf de stichting van de stad Rome (21 april 753 v. Chr.). Het jaar 45 v. Chr. was toen het jaar 708 na de stichting van de stad (A.U.C. Anno Urbis Conditae) en het eerste schrikkeljaar. De indeling van de maanden was aldus:

Aantal dagen Maand (Latijn)Maand (Nederlands)
31Ianuariusjanuari
28 of 29Februariusfebruari
31Martiusmaart
30Aprilisapril
31Maiusmei
30Iuniusjuni
31Iuliusjuli
31Sextilisaugustus
30Septemberseptember
31Octoberoktober
30Novembernovember
31Decemberdecember

Voor deze hervorming begon het Romeinse jaar nog met de maand maart, hetgeen nog te zien is aan de namen September t/m December. De maand Iulius is vernoemd naar Julius Caesar zelf, daarvoor heette deze maand Quintilis. De naam van maand Sextilis werd later verander in Augustus ter ere van keizer Augustus (27 v. Chr. - 14 na Chr.). De titel keizer is overigens ook naar Julius Caesar genoemd: Caesar = Keizer.
Overigens begon niet in het hele rijk het nieuwe jaar op 1 januari. Er waren ook streken, waar het jaar aanvankelijk op 1 maart of 1 september begon of zelfs op een nog andere datum. Dat kan problemen geven voor de exacte bepaling van de datum van een bepaalde gebeurtenis.

De Diocletiaanse jaartelling

De Romeinse keizer Diocletianus (284-305) heeft op het eind van zijn regering een nieuwe jaartelling ingevoerd, te rekenen vanaf 29 augustus 284. Deze jaartelling heeft ongeveer 240 jaar stand gehouden.

De Week

De bekering van de Romeinse Keizer Constantijn de Grote (306-337) tot het christendom had verdere gevolgen voor de Romeinse kalender. Het christendom werd namelijk de staatsgodsdienst. Daarbij werd de Bijbelse week geïntroduceerd; de tijd werd ingedeeld in opeenvolgende perioden van 7 dagen, ongeacht wat de kalenderdag en -maand was. De bekering van Constantijn staat overigens wel ter discussie. Zo liet hij zich pas op zijn sterfbed dopen en bleef hij de titel Pontifex Maximum (opperpriester) van de Romeinse afgodsdienst behouden.
Vandaar misschien dat de dagen van de week in zijn rijk de namen kregen, die afkomstig zijn van de planeten of de daarmee corresponderende afgoden. Dat blijkt uit de naamgeving in de verschillende talen:

BijbelLatijn PlaneetFrans NederlandsGermaanse god
1e dag der weekDies solis ZonDimanche Zondag
2e dag der weekLunis dies MaanLundi Maandag
3e dag der weekMartis dies MarsMardi DinsdagTyr
4e dag der weekMercurii dies MercuriusMercredi WoensdagWodan
5e dag der weekJovis dies JupiterJeudi DonderdagDonar
6e dag der weekVeneris dies VenusVendredi VrijdagFreya
SabbatSaturni dies Saturnus Samedi Zaterdag

Voor de Christenen is de zondag de dag bij uitstek om bij elkaar te komen in hun huizen of in grotere (kerk)gebouwen. Voor Joden is de sabbat een wettelijke rustdag, die op vrijdagavond zonsondergang begint. Op vrijdagavond komen zij bijeen in hun synagogen. De week is door God ingesteld omdat Hij de aarde in zes dagen gemaakt heeft en op de zevende dag rustte. Een DOS-programma, om voor een willekeurige datum de dag van de week te vinden, is kalender.zip.

Een andere opmerkelijke daad van Constantijn was het verheffen van de stad Byzantium (het huidige Istanbul) tot de nieuwe hoofdstad van het Romeinse rijk in 330. De stad werd daarbij omgedoopt in Constantinopel. De invloed van Rome bleef echter groot. Uiteindelijk leidde dit tot de scheuring van het Romeinse rijk in 395. Het West-Romeinse rijk bleef onder de leiding van Rome staan, het Oost-Romeinse rijk, ook wel het Byzantijnse rijk genoemd, kwam onder leiding van Constantinopel. In het Byzantijnse rijk begon het nieuwe jaar op 1 september.

De Christelijke jaartelling.

De volgende veranderingen zijn niet meer door de Romeinse keizer maar door de Paus, de geestelijk leider van de Rooms Katholieke kerk bewerkstelligd. Zo gaf Paus Johannes I in 525 aan Dionysius Exeguus de opdracht om de jaartelling niet meer te berekenen vanaf de stichting van Rome, of vanaf de regering van keizer Diocletianus, maar vanaf de geboorte van Christus. Dionysius berekende de geboorte van Christus op het eind van het jaar 752 na Rome. Hij noemde dat jaartal overigens niet het jaar 0, zoals velen abusievelijk denken, maar het jaar 1 vóór Christus. Het daarop volgende jaar is het jaar 1 na Christus, oftewel het jaar 1 AD (Anno Domini, het jaar des Heren). Er bestaat dus geen jaar 0! Later bleek dat Exeguus het geboortejaar van Christus verkeerd had berekend. Het geboortejaar van Christus is niet precies bekend, maar die valt in de periode tussen 8 en 2 v. Chr. In elk geval vóór de dood van koning Herodes de Grote. Het is overigens deze kalender, met de (foutieve) jaartelling vanaf Christus, die nu bekend staat als de Juliaanse kalender. Julius Caesar berekende de jaartelling vanaf de stichting van Rome.
Het Byzantijnse rijk (het Oost-Romeinse rijk) ontwikkelde overigens een eigen Byzantijnse kalender, waarbij het nieuwe jaar begint op 1 september en de maandlengtes wel conform de Juliaanse kalender waren. De Byzantijnse jaartelling liep vanaf 5509 v. Chr. als zijnde het scheppingsjaar volgens de Septuaginta. Dat is de Griekse vertaling van het Oude Testament, waarbij overigens enige afwijkende jaren t.o.v. de Hebreeuwse grondtekst zijn opgenomen.

De Gregoriaanse kalender

Er zit toch een verschil van 0,0078 dagen tussen het werkelijke jaar van 365,2422 dagen en het Juliaanse jaar, dat een gemiddelde lengte van 365,25 dagen heeft. Daardoor begon de lente iedere 4 jaar zo'n 0,0312 dagen eerder. In 1582 begon de lente inmiddels op 11 maart. Paus Gregorius XIII vond dat de lente weer moest beginnen op 21 maart, net zoals in de tijd van keizer Constantijn (306-337). Daartoe liet hij donderdag 4 oktober 1582 opvolgen door vrijdag 15 oktober 1582. Bovendien bepaalde hij dat 3 van de 4 eeuwjaren geen schrikkeljaren meer zouden zijn. Dus 1600 en 2000 zijn wel schrikkeljaren, maar 1700, 1800, 1900 en 2100 niet. De gemiddelde lengte van het Gregoriaanse jaar is dan 365,2425 dagen, een verschil van 0,0003 dagen met het werkelijke jaar. Dat geeft een vervroeging van 1 dag in het lentepunt na ruim 3000 jaar, zodat we nog even vooruit kunnen.
Overigens leren historici niet van fouten van het verleden. Voor jaren vóór Christus wordt ook de Juliaanse kalender (dus met de Christelijke jaartelling) gebruikt, zodat het lentepunt in 4000 v. Chr. op 26 april viel. Het bestand maan.zip bevat DOS-programma's om dit na te rekenen. Met het DOS-programma verschil.zip is het tijdsverschil in dagen tussen twee willekeurige datums te berekenen.

Het duurde trouwens nog even voordat alle landen, die de Juliaanse kalender gebruikten, overgingen tot in gebruik neming van de Gregoriaanse kalender. De Rooms Katholieke landen volgenden direct, de Protestante landen volgden later. Zo ging Engeland pas over in 1752: 2 september 1752 werd gevolgd door 14 september 1752. De Grieks Katholieke landen bleven de Byzantijnse kalender gebruiken; Rusland hanteerde in 1582 nog de Byzantijnse kalender en aanvaarde de Juliaanse kalender, met als beginmaand januari, in 1700. Pas in 1918 aanvaarde Rusland de Gregoriaanse kalender.
De Russisch Orthodoxe kerk hanteert nog steeds de Juliaanse kalender. Daarom vieren zij hun kerstfeest 13 dagen later dan in die landen, waar de Gregoriaanse kalender in zwang is.

De Juliaanse dagtelling - Julian Date

In de chaos aan kalenders, die er in 1583 heerste, was er behoefte aan een vaste tijdrekening, onafhankelijk van allerlei kalenderveranderingen. Daartoe ontwierp de Franse geleerde Julius Scaliger in 1583 het begrip Julian Date. Die is gedefinieerd als het tijdsverschil tussen een willekeurig tijdstip en 1 januari 4713 v. Chr. 12:00 uur overdag GT, (Greenwich Tijd, de gemiddelde zonnetijd van een bepaalde wijk in Londen), de tijdseenheid is dagen. De volgende tabel maakt dit duidelijk aan de hand van een aantal voorbeelden:

Datum TijdPlaatsJulian Date
1 januari 4713 v. Chr. 12:00 uurGreenwich0,00
1 januari 4713 v. Chr. 18:00 uurGreenwich0,25
2 januari 4713 v. Chr. 00:00 uurGreenwich0,50
1 januari 4712 v. Chr. 07:12 uurGreenwich365,80
4 oktober 1582na Chr. 12:00 uurGreenwich2299160,00
15 oktober 1582na Chr. 12:00 uurGreenwich2299161,00
1 januari 2000na Chr. 12:00 uurGreenwich2451545,00
1 januari 2000na Chr. 13:00 uurNederland2451545,00
1 juli 2000na Chr. 14:00 uurNederland2451727,00

Dus de Julian Date van 15 oktober 1582 is slechts 1 meer dan die van 4 oktober 1582, namelijk 2299161. We hebben hier dus een tijdsdefinitie, die onafhankelijk is van allerlei kalenderhervormingen. Bij de USNO kunt u een willekeurige datum omrekenen naar de Julian Date.
De Julian Date van 1 januari 2000 13:00 uur Nederlandse tijd is 2451545, omdat het tegenwoordig in Nederland één uur later is dan in Greenwich. De zomertijd maakt het nog wat ingewikkelder. De Julian Date van 1 juli 2000 14:00 Nederlandse tijd is 2451727, omdat gerekend dient te worden met de gemiddelde zonnetijd van Greenwich en onze klok loopt daar 's zomers twee uur op vooruit.

De Christelijke feesten

Hieronder volgen de belangrijkste Christelijke feestdagen met hun betekenissen:

FeestTijdstip Herdenking vanHebreeuws schaduwfeest
Goede VrijdagVrijdag voor Pasen Sterven van JezusPascha
Pasen1e zondag na 1e volle maan na 20 maart Opstaan van Jezus
uit de dood
Aanbieding eerstelingsgarve
Hemelvaartsdag39 dagen na Pasen Hemelvaart van Christus

Pinksteren7 weken na Pasen Uitstorting van Heilige Geest,
begin van de oogst aan mensen tot de gemeente
Wekenfeest, Oogstfeest
Kerstfeest25 en 26 december Geboorte van Jezus

Met het DOS-programma pasen.zip is de datum van de eerste paasdag te berekenen voor een willekeurig Gregoriaans jaar, dus een jaar boven de 1582. De eerste volle maan is overigens de kerkelijke volle maan, die in tabellen is vastgelegd en meer regelmaat heeft dan de echte volle maan. De naam Pasen is trouwens ongelukkig gekozen, omdat het Christelijke Pasen staat voor het opstaan van Christus uit de dood, terwijl op het Joodse Pasen (Pascha) het Paaslam juist werd geslacht.
Met hemelvaartsdag wordt herdacht dat Jezus 39 dagen na zijn opstaan uit de dood levend ten hemel is gevaren. Eens zal Hij terugkeren om de wereld te oordelen. Niet iedereen wordt veroordeeld; er is oplossing om niet veroordeeld te worden.
Met Pinksteren herdenken Christenen dat Jezus 7 weken na zijn opstaan uit de dood de Heilige Geest naar de aarde heeft gestuurd om te wonen in de harten van Zijn discipelen. Op die eerste Pinksterdag was het voor de Joden het wekenfeest of het oogstfeest. De Joden moesten de eerstelingen van hun oogst toen aan de priesters afgeven. Op die dag begonnen de apostelen te prediken en door hun prediking kwamen er 3000 mensen tot bekering, de eerste oogst aan volgelingen van Christus.
Tijdens het kerstfeest wordt de geboorte van Christus gevierd. De datum is echter niet gerelateerd aan zijn geboortedag. Tijdens Jezus' geboorte waren de schapen immers 's nachts niet in de stal. De datum is hoogstwaarschijnlijk afkomstig van de datum van het winterpunt in Christus geboortejaar. Toen werd in heidense streken het midwinterfeest gevierd. Meer informatie over de feesten is in feesten.pdf te vinden.

Strikt genomen is er geen sprake van christelijke feesten, maar van kerkelijke feesten. Deze feesten zijn namelijk niet ingesteld door Christus, maar eeuwen later door de RK kerk. Het enige feest waartoe christenen worden opgeroepen is het vieren van het avondmaal (1 Korinte 5 vers 7-8). Onze tijdrekening wordt overigens nog steeds door Rome bepaald. Wiskundig gezien begint de 21e eeuw op 1 januari 2001, omdat er geen jaar 0 is. De Paus heeft echter bepaald dat de 21e eeuw begint op 1 januari 2000 en bijna iedereen spreekt hem na, want "Roma locuta, causa finita", (Rome gesproken, de zaak afgedaan).

In de Romeinse kalender hebben de maanden weinig te maken met de echte omlooptijd van de maan. De meeste Romeinse maanden duren 30 of 31 dagen, terwijl een echte maan-maand gebaseerd is op de fasen van de maan. De tijd tussen twee astronomische nieuwe manen bedraagt gemiddeld 29,53059 dagen, de synodische omlooptijd, zodat een maan-maand 29 of 30 dagen duurt. Overigens is de tijd, die de maan gemiddeld nodig heeft om haar baan om de aarde te voltooien korter, namelijk 27,32166 dagen, de siderische omlooptijd. Dat komt omdat de aarde ook om de zon draait [het verband tussen de sydonische omlooptijd M, de siderische omlooptijd P en het siderisch jaar J wordt weergeven door de formule: P*(J+M) = J*M ]. Veel andere kalenders zijn nog wel gebaseerd op de lengte van een maan-maand:

De verschillende maanstanden in
de loop van een maan-maand.

De Hebreeuwse kalenders

De Bijbelse kalender

In het Oude Testament (de Tenach) van de Bijbel zijn de feesten en de kalender gerelateerd op de maan-maanden, de oogst en het zonnejaar. Iedere maand begon ongeveer op de dag volgend op de astronomische nieuwe maan, dus als de maan nog een heel klein sikkeltje was ten westen van de zon, op het noordelijk halfrond is dat links. Omdat een maan-maand gemiddeld 29.53059 dagen duurde, omspande 12 maanden dan ruim 354,37 dagen. Daarom moest eens in de zoveel tijd een schrikkelmaand worden ingevoerd, een extra 12e maand Adar.

De 1e maand van het jaar heette aanvankelijk Abib, later Nisan. Op de 14e Nisan werd het paaslam geslacht (het Pascha), van de 15e t/m de 21e Nisan moesten ongezuurde broden worden gegeten. In die week van de ongezuurde broden moest op de dag na de sabbat (de zondag, Leviticus 23:11) de eerstelingsgarve van de gersteoogst aan God (Jahweh) worden gegeven als beweegoffer. Het begin van het jaar werd dan zo ingesteld dat het begin van de gersteoogst samenviel met het Feest van de ongezuurde broden, teneinde de eerstelingsgarve te kunnen bewegen voor God. Dit was bepalend voor het al of niet invoeren van een schrikkelmaand.
Op de 8e zondag na het aanbieden van de eerstelingsgarve was het Wekenfeest, ook wel Oogstfeest genoemd. Dan kwamen de Israëlieten naar de tempel met manden, gevuld met de eerstevruchten van de tarwe-oogst.
Op de 1e dag van de zevende maand Etanin (nu: Tisjri) was het Bazuinenfeest, een rustdag aangekondigd door bazuingeschal. Wat er te vieren viel of te gedenken was, staat niet in de Bijbel! De Grote Verzoendag viel op de 10e Tisjri en begon zelfs al op de avond van de 9e dag (Leviticus 23:32). Het was een dag van verootmoediging van het volk Israël voor God vanwege de zonden. Op die dag werden er offers gebracht voor de zonden die de mensen het afgelopen jaar in onwetendheid had gepleegd.
Het Loofhuttenfeest duurde van de 15e t/m de 22e Tisri. Er werden hutten van allerlei takken gemaakt om te gedenken dat ze vlak na de uittocht uit Egypte in loofhutten hadden gewoond. Men bracht dan opnieuw eerstelingen van allerlei oogst mee als gaven voor de priesters in Jeruzalem. Tevens moest om de 7 jaar tijdens dit feest de hele wet worden voorgelezen en slaven worden vrijgelaten. Dit was echt een feest van vreugde.

De namen van de Bijbelse maanden zijn aldus:

Nr.Maand Tekstverwijzing
1Abib, Nisan Exodus 12:2, 13:4; Esther 3:7
2Ziw 1 Koningen 6:1
3Siwan Esther 8:9
44e maand Jeremia 39:2
55e maand Numeri 35:8
6Elul Nehemia 6:15
7Etanim 1 Koningen 8:2
8Bul 1 Koningen 6:38
9Kislew Zacharia 7:1
10Tebet Esther 2:16
11Sebat Zacharia 1:7
12Adar Esther 8:12

Het begrip schrikkelmaand wordt in de Bijbel niet expliciet genoemd. Mogelijk waren de maanden ten tijde van Mozes nog 30 dagen en de jaren 360 dagen. Dat was vroeger in Egypte namelijk ook zo. Ten tijde van de zondvloed was de maandlengte ook 30 dagen (Genesis 7:11; 8:3,4). Het Babylonisch jaar tijdens het bewind van Nabonasser (747-734 v. Chr.) was ook samengesteld uit 12 maanden van 30 dagen. Ook uit Daniël zijn aanwijzingen voor een oorspronkelijk jaar van 360 dagen te trekken. De Griekse schrijver Plutarchus schreef dat de maangodin een spel verloor, waardoor zij het zevenstigste deel van haar omlooptijden moest afstaan aan de lengte van het jaar. Het jaar kwam hierdoor uit op ruim 365,14 dagen en een maand werd gekrompen tot 29,57 dagen. Deze waarden schelen zeer weinig met de huidige waarden van 365,2422 en 29,53059 dagen.

De Israëlitische jaartelling was aanvankelijk gerelateerd aan het aantal jaren sinds de uittocht uit Egypte (Numeri 9:1, 33:8, 1 Koningen 6:1). Later werd een gebeurtenis vaak gekoppeld aan het zoveelste regeringsjaar van een koning. Daarbij werden soms lentejaren (beginnend met de laatste nieuwe maan in de winter of de eerste nieuwe maan in de lente) en soms herfstjaren (beginnend met de laatste nieuwe maan in de zomer of de eerste nieuwe maan in de herfst) gehanteerd.

De Joodse kalender

De namen van de maanden van de huidige Joodse kalender zijn als volgt:

Nr.Naam Oude naamAanvangstijdDuur
1NisanAbib maart/april30
2Ijar Ziwapril/mei29
3Sivan Siwanmei/juni30
4Tammuz -juni/juli29
5Ab -juli/augustus30
6Elul Elulaugustus/september29
7Tisjri Etaninseptember/oktober30
8Chesvan Buloktober/november29, 30
9Kislev Kislewnovember/december29, 30
10Tebet Tebetdecember/januari29
11Sjebat Sebatjanuari/februari30
12Adar Adarfebruari/maart29, 30
13Adar sjeni Adarmaart (schrikkelmaand)29

Opmerkelijk is dat de 4e maand Tammuz de naam van een Babelse afgod heeft (Ezechiël 8:14), die in Babel in de laatste maand van het jaar werd beweend. Verder is de betekenis van de 11e maand Sjebat eigenlijk 7 (vgl. sabbat) en duidt de naam Ab van de 5e maand op een oorspronkelijke 1e maand (vgl Abib). Een aantal namen van maanden lijken door de Babylonische ballingschap overgenomen uit een verschoven Babelse kalender.

In 359 na Chr. werd een nieuw systeem voor de Joodse kalender in gebruik genomen, waarbij het begin van een nieuwe maan niet uitsluitend op astronomische waarnemingen berustte. Zo wil men voorkomen dat de 21e Tisjri (de huidige naam voor de 7e maand) niet op een sabbat valt en dat de 10e Tisjri (de Grote Verzoendag) niet valt op een vrijdag of een zondag. Het resultaat is tevens dat 14 Nisan (het Bijbelse Pascha) vrijwel niet op een zondag, dinsdag of een donderdag valt.

De schrikkelmaanden zijn als volgt bepaald. De schepping is berekend op zondag 6 oktober 3761 v. Chr. Er is een 19 jaar durende maandcyclus gedefinieerd van 235 maanden en wel zo dat elk 3e, 6e, 8e, 11e, 14e, 17e en 19e jaar en schrikkelmaand is. Jaar 1 EM (Era Mundi) is dan het 1e jaar van de 1e cyclus, 3761/3760 v. Chr. Een nieuwe cyclus is begonnen in 5758 EM dat is 1997/1998 AD. De jaren 5760, 5763, 5765, 5768, 5771, 5774 en 5776 zijn dan schrikkeljaren. De maand Ader heeft gewoonlijk 29 dagen, maar in een schrikkeljaar 30 dagen. De lengtes van de maanden Chesvan en Kislev worden zo aangepast dat 1 Tisjri niet op een woensdag, vrijdag of een zondag valt. Verder valt deze eeuw 1 Nisan in de periode van 8 dagen voor het lentepunt t/m 22 dagen na het lentepunt (nu 19/20 maart). 1 Tisjri valt deze eeuw in de periode van 17 dagen voor het herfstpunt t/m 13 dagen na het herfstpunt (nu 22/23 september). Dit is een zeer verkorte weergave van een zeer ingewikkeld wiskundig systeem. Een precieze beschrijving bevindt zich op www.beleven.org en in jcal73.zip. Dat bevat ook het DOS-programma jcal73.exe, waarmee een overzicht kan worden gemaakt van een willekeurig Joods jaar en een Joodse datum kan worden omgerekend naar een Gregoriaanse datum en omgekeerd. Online kan het op http://stevemorse.org/.

De Bijbelse Joodse feestdagen zijn aldus:

DatumFeestReden feest
14 NisanPaschaGedenken dat ze in Egypte niet stierven vanwege het schuilen achter het bloed van het Paaslam op de deurposten
15-21 NisanFeest der ongezuurde brodenAlle dagen van hun leven de dag van de uittocht uit Egypte gedenken
1e zondag na 15 NisanEerstelingsgarveOm welgevallig voor God te zijn, begin van de Omertelling (Sefirat Ha'omer)
8e zondag na 15 NisanWekenfeest / OogstfeestBegin van de (tarwe)oogst, herdenken dat ze slaven waren in Egypte, 50e dag van de Omertelling (Sefirat Ha'omer)
9 AbTisja beabVastendag i.v.m. tempelverwoesting 586 v. Chr. door Babel
1 TisjriBazuinenfeestReden staat niet vermeld in de Bijbel
10 TisjriGrote VerzoendagVerootmoediging en vergeving van zonden
15-22 TisjriLoofhuttenfeestGedenken dat ze vlak na de uittocht in loofhutten gewoond hadden
25 KislevChanoekafeestGedenkdag bevrijding en inwijding tempel in 164 v. Chr.
14-15 AdarPurimfeestVerlossing van de dreigende holocaust te Perzië in 474 v. Chr.

In de huidige Joodse kalender zijn een aantal zaken afwijkend t.o.v. Leviticus 23. Zo wordt het Pascha nu gevierd op 15 en 16 Nisan. Het feest der ongezuurde broden duurt nu t/m 22 Nisan. De Omertelling van 50 dagen tot het wekenfeest begint op 16 Nisan in plaats van op de eerste dag van de week (zondag). Bijgevolg wordt het wekenfeest ook niet meer op een zondag gevierd (Leviticus 23:16), maar op 6 Siwan. Het wekenfeest is ook verlengd naar 2 dagen: 6 en 7 Siwan, tijdens dit feest wordt nu de wetgeving op de berg Sinaï herdacht. Het bazuinenfeest was oorspronkelijk niet het begin van het nieuwe jaar. Er zijn enkele feesten bijgekomen. Zo wordt op 5 Ijar de Onafhankelijkheidsdag van Israël gevierd. Meer informatie over de Bijbelse feesten is in feesten.pdf te vinden.

Toen de Joodse kalender in 359 AD door Hillen werd ontworpen, werd deze zo opgesteld dat 1 Nisan viel in de periode van 15 dagen voor het lentepunt t/m 14 dagen na het lentepunt (ook toen 19 of 20 maart). Dat het nu ruim een week later is, komt doordat 19 Joodse jaren 235 maanden bevat van 29,53059 dagen. Dus 19 Joodse jaren duren 235 * 29,53059 = 6939,68865 dagen. 19 tropische jaren bevatten ongeveer 19 * 365,2422 = 6939,6018 dagen. Het lentepunt verschuift daardoor 6939,68865 - 6939,6018 = 0,08685 dag in 19 jaar. Dat is 1 dag per 218,768 jaar. De Joodse feesten vinden daardoor t.o.v. het lentepunt in de 21e eeuw ruim 7 dagen later plaats dan in de 4e eeuw en vallen daardoor minder vaak samen met christelijke feestdagen als Pasen en Pinksteren dan in de 4e eeuw.

Tenslotte nog een tabel met een overzicht van de jaren in de 1e helft van de 21e eeuw, waarin Goede Vrijdag samenvalt met het Bijbelse Joodse Pascha (14 Nisan), 1e Paasdag met de Joodse 1e dag van de Omertelling en 1e Pinksterdag met het Joodse wekenfeest:

Jaar Goede Vrijdag / Pascha Pasen / Eerstelingsgarve Pinksteren / Oogstfeest
2012 6april 8april 27mei
2015 3april 5april 24mei
2018 30maart 1april 20mei
2019 19april 21april 9juni
2022 15april 17april 5juni
2029 30maart 1april 20mei
2032 26maart 28maart 16mei
2036 11april 13april 1juni
2039 8april 10april 29mei
2042 4april 6april 25mei
2049 16april 18april 6juni

De klok - dagelijkse tijdrekening

Er vallen per definitie 24 uren in een kalenderdag. Dat is de tijd die er gemiddeld ligt tussen twee opeenvolgende culminaties. Een culminatie is het hoogste punt dat de zon aan de hemel op een dag bereikt. In Nederland staat de zon dan in het zuiden, in Argentinië in het noorden. Een uur is verdeeld in 60 minuten en een minuut is weer onderverdeeld in 60 seconden.
Er bestaan overigens twee definities voor de dag, namelijk als etmaal van 24 uur en als periode tussen zonsopgang en zonsondergang. Het zelfde geldt voor de nacht. Dat is de tijd tussen 00:00 uur en 06:00 uur, maar ook de periode tussen zonsondergang en zonsopgang. Dit zijn onze westerse begrippen. In andere culturen kunnen er weer andere betekenissen aan worden gelegd!
De rotatietijd van de aarde om haar as is overigens korter dan een etmaal; het aantal rotaties in een jaar is precies één meer dan het aantal dagen. Bijgevolg is de rotatietijd 23 uren, 56 minuten en 4,1 seconden. Deze tijd wordt een sterrendag genoemd, omdat dit de tijd is, die een goede sterrenkijker nodig heeft, om éénmaal om zijn as te draaien, teneinde een ster goed te kunnen volgen en fotograferen.
De volkeren hadden vroeger hun eigen tijdrekening volgens het principe van een zonnewijzer. Alleen was de schaalverdeling of de tijdseenheid verschillend. Zo werd in Israël in de dagen van Jezus de dag verdeeld in 12 uren, waarbij het eerste uur begon na zonsopgang en het laatste eindige bij zonsondergang. De evangelisten Matteüs, Markus en Lukas gebruikten deze tijdrekening. Johannes schreef zijn evangelie echter na de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Chr. en gebruikte daarom de Romeinse uurrekening, die begon te middernacht. De Romeinse tijdrekening is nu vrijwel overal van kracht.
De ware zonnetijd is de tijd die gemeten wordt met een zonnewijzer. Als de zon het hoogst aan de hemel staat, is het 12.00 uur zonnetijd. Omdat de aardbaan echter een ellips is en de aardas schuin staat, loopt de zonnewijzer nu eens voor en dan eens achter op een perfect lopend horloge, dat is gelijkgezet met de gemiddelde zonnetijd, die officieel de middelbare zonnetijd wordt genoemd. Het verschil tussen de ware zonnetijd en de middelbare zonnetijd heet de tijdsvereffening (Equation of Time), zie onderstaand figuur:

tijdsvereffening
........... = tijdsvereffening t.g.v. de ellipsvormige baan van de aarde om de zon
--------- = tijdsvereffening t.g.v. de schuine stand van de aardas
______ = totale tijdsvereffening

In de herfst en de winter merk je dat het sterkst. Zo loopt de zonnewijzer in november ongeveer een kwartier voor en in februari een kwartier achter.
Tot de de 19e eeuw had iedere plaats zijn lokale (middelbare) zonnetijd. Door het toegenomen interlokale verkeer, zoals treinen, werd dit echter ongewenst. Om ongelukken te voorkomen, moest een heel gebied exact dezelfde tijd hebben. Daarom is aan het eind van de 19e eeuw besloten om de aarde te verdelen in 24 tijdzones. De West-Europese tijd is dan de middelbare zonnetijd van de Londense wijk Greenwich. In Nederland was het een uur later: de Midden-Europese tijd, die hoort bij de middelbare zonnetijd van 15° oosterlengte, dat is in de buurt van Praag. Omdat Nederland ongeveer op oosterlengte ligt, betekende dat een afwijking van zo'n 40 minuten t.o.v. de middelbare zonnetijd.
Het indelen van de aarde in 24 tijdzones betekende 24 zones van onderling één uur tijdsverschil. De 180e lengtegraad is daarbij gedefinieerd als de datumgrens. Als het bijvoorbeeld in Alaska 10 maart 12:40 is, dan is het in Oost-Siberië een uur eerder en een dag later, namelijk 11 maart 11:40. Slechts gedurende één uur per dag is het overal dezelfde kalenderdag. Diverse landen hebben echter zomertijden ingevoerd, wat het geheel nog ingewikkelder maakt. Om u een idee te geven van de consequenties van de invoering van de zomertijd kunt u hier de tijden voor zonsopgang en zonsondergang te Eindhoven gedurende de wintertijd en de zomertijd. Zie ook de tijden voor Utrecht.

Tegenwoordig hebben wij in Nederland van het laatste weekend van maart tot het laatste weekend van oktober de zomertijd: op de laatste zondag in maart wordt om 02:00 uur de klok één uur vooruit gezet en op de laatste zondag in oktober wordt de klok om 03:00 uur één uur teruggezet. Voordeel is dat er 's avonds minder kunstlicht nodig is. Nadeel is dat kinderen dan later naar bed willen en dat 's ochtends de verwarming een uur eerder aan moet. Het kan zelfs energie kosten i.p.v. opleveren. Ook is er sprake van ontregeling van het bioritme voor mensen en vee. De zomertijd staat daarom weer ter discussie. Volgens Prof. dr. Domien Beersma is de overgang van wintertijd naar zomerijd ongezond: er gebeuren meer auto-ongelukken en er treden meer hartinfarcten op. Zie ook De Rekenkamer, scientias.nl, welingelichtekringen.nl, De Morgen en RTL Nieuws. De zomertijd heeft zelfs invloed op de zwaarte van straffen, die rechters uitdelen. Op de eerste maandag van de zomertijd zijn deze gemiddeld 5 % langer dan op andere dagen. Wetenschappelijk gezien zijn er inmiddels meer nadelen dan voordelen aan de zomertijd. Er is daarom een petitie gestart om de zomertijd af te schaffen. In 2018 heeft de EU voorgesteld om voortaan alleen de zomertijd of alleen de wintertijd in te voeren. Landen mogen zelf beslissen wat ze gaan kiezen. Wetenschappers hebben aangegeven dat invoering van permanente zomertijd zal resulteren in meer depressie, kanker en hart- en vaatziekten. Zo laten studies zien dat er meer winterdepressie voorkomt en meer kanker al naar gelang men verder naar het westen in een tijdzone woont. In Rusland heeft men spijt van de keuze voor permanente zomertijd gekregen: op aanraden van medici en chronobiologen is de verandering naar zomertijd ongedaan gemaakt in 2014.

Bijzonderheid: in 2008 viel het Pasen in de wintertijd (23 en 24 maart). Het werd toen zelfs een witte Pasen.
_________________________________________________________________

© 2000 - Dr. ir. C. Noorlander

Terug naar Homepagina