![]() |
Freeware | ![]() |
Dierenriem |
Zon - credit: NOAO/AURA/NSF | ZON.JPG |
Zonsverduistering - credit: Bill Livingston/NOAO/AURA/NSF | ZONECL.JPG |
Mercurius voor de zon (conjunctie) - NASA | mercurytransit.gsfc.nasa.gov |
Mercurius - credit: USGS, NASA | MERCURIUS.JPG |
Mercurius - credit: NASA | MERCURY.JPG |
Venus - credit: NASA | VENUS1.JPG |
Venus - credit: NASA, Image processing by R. Nunes | VENUS2.JPG |
Aarde - credit: NASA | AARDE.JPG |
Aarde - credit: NASA | AARDE2.JPG |
Aarde - credit: NASA | AARDE3.JPG |
Mars - credit: USGS | MARS.JPG |
Astroïde Gastra - credit: NASA | GASPRA.JPG |
Astroïde Ida - credit: NASA | IDA.JPG |
Astroïde Ceres - credit: NASA | CERES.JPG |
Jupiter - credit: NASA | JUPITER.JPG |
Saturnus - credit: NASA | SATURNUS.JPG |
Uranus - credit: PD-USGOV-NASA | URANUS.JPG |
Neptunus - credit: NASA | NEPTUNUS.JPG |
Pluto - Credit: NASA, ESA, and M. Buie (Southwest Research Institute) | PLUTO.JPG |
Pluto - Credit: NASA/APL/SwRI | PLUTO2.JPG |
Sedna - credit: NASA/Caltech/M. Brown | SEDNA.JPG |
Komeet Halley - credit: NOAO/AURA/NSF | HALLEY.JPG |
Huidige stand van de maan | ACTUELE MAANSTAND |
Maan, 1e kwartier - credit: Diederik Brussee | MAAN.JPG |
Bijna volle maan - credit: Kees Noorlander | BIJNA-VOL.JPG |
Volle maan - credit: NASA | MAANVOL.JPG |
Volle maan vanuit Apollo - credit: NASA | MAANAPP.JPG |
Maansverduistering vanuit Observatorio del Teide, Tenerife - credit: ESA | MAANECL.JPG |
De manen van Mars, Phobos
en Deimos (- credit: NASA), zijn slechts 24 en 12 km groot.
Dat is dus veel kleiner dan satellieten van andere planeten.
Phobos draait op een hoogte van 9400 km t.o.v het centrum van Mars
in 7 uur, 39 minuten en 27 seconden (synodische periode) om Mars heen en
Deimos op een hoogte van 23500 km in 30 uur, 21 minuten en 16 seconden.
De straal van de planeet Mars is 3400 km.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze manen pas in 1877 door de Amerikaanse Astronoom
Asaph Hall zijn ontdekt.
Opmerkelijk is wel dat de manen van Mars reeds in 1726 zeer goed zijn beschreven
in aantal, omlooptijd en afstand tot het centrum van Mars door Jonathan Swift (1667-1745) in zijn boek "Gullivers reizen"
(Travels
into several Remote Nations of the World - By Captain Lemuel Gulliver, Part III, blz 160-161).
Hij schreef:
Eveneens hebben ze twee kleine sterren of satellieten ontdekt, die om Mars heendraaien,
en waarvan de binnenste driemaal zijn middellijn en de buitenste vijfmaal zijn middellijn
van het middelpunt van de primaire planeet verwijderd is.
De eerstgenoemde sateliet maakt een omwenteling in tien uur en de andere
in eenentwintig en een half uur, zodat de verhouding der kwadraten van hun perioden
bijna dezelfde is als van de derde machten van hun afstanden tot het middelpunt van Mars,
hetgeen klaarblijkelijk aantoont, dat zij worden beheerst door dezelfde aantrekkingswetten,
die de andere hemellichamen beïnvloeden.
Baandiameter (x Marsdiameter) | Omlooptijd (uur) | |||
Phobos | Deimos | Phobos | Deimos | |
Swifts beschrijving in 1726 | 3,0 | 5,0 | 10,0 | 21,5 |
Ontdekt in 1877 | 2,8 | 6,9 | 7.7 | 30,3 |
Manen van Jupiter - credit: NASA
IO.JPG | EUROPA.JPG | GANYMEDES.JPG | CALLISTO.JPG |
MIMAS.GIF | ENCELADUS.JPG | TETHYS.JPG | DIONE.JPG |
RHEA.JPG | TITAN.GIF | JAPETUS.GIF | PHOEBE.GIF |
MIRANDA.JPG | ARIEL.JPG | UMBRIEL.GIF | TITANIA.JPG | OBERON.JPG |
PROTEUS.JPG | TRITON.JPG |
credit: Dr. R. Albrecht, ESA/ESO Space Telescope European Coordinating Facility; NASA CHARON.GIF |
Credit: NASA, ESA, H. Weaver (JHU/APL), A. Stern (SwRI), and the HST Pluto Companion Search Team MANEN-PLUTO.JPG (Charon, Nix en Hydra) |
Credit: NASA/JHUAPL/SWRIPLUTO-CHARON.JPG | Credit: NASA-JHUAPL-SwRICHARON.JPG |
Credit: NASA/JHUAPL/SWRINIX-HYDRA.JPG |
De helderste ster aan het firmament is Sirius op nog geen 9 lichtjaar van de aarde verwijderd. De temperatuur aan de oppervlakte is 9700 K en de ster oogt
blauwwit. Sinds 1862 weten we dat Sirius een dubbelster is. Wat we zien is de heldere Sirius-A. Deze wordt begeleidt door Sirius-B,
een witte dwerg, die niet veel
groter is dan de aarde en zo lichtzwak is dat we hem alleen kunnen zien met een sterrenkijker.
Een paar duizend jaar geleden had Sirius een andere kleur. Homerus (in de Ilias), Ptolemeüs (in zijn Almanak van 140 AD) en diverse Romeinse dichters beschreven
Sirius als een rode ster. Hier heeft de moderne astronomie een probleem.
Volgens de Big Bang theorie, de evolutietheorie der sterren, zijn sterren miljarden jaren oud en veranderen ze heel langzaam in kleur. De snelste kleurverandering
treedt op als een rode reus verandert in een witte dwerg, maar ook voor dat proces zijn miljoenen jaren nodig.
De kleurverandering van Sirius is in strijd met deze theorie. Dit feit is een anomalie, d.w.z. een feit dat door de wetenschap genegeerd wordt, omdat het in strijd is
met de theorie.
49 sterrenbeelden op schaal - credit: C. Noorlander | STERPICT.ZIP ![]() |
Sterrenprogramma - credit: C. Noorlander | STERFOTO.ZIP |
Cluster NGC 4755, Juwelenkistje, in het Zuiderkruis - credit: NOAO/AURA/NSF | JEWELBOX.JPG |
Cluster M45, Pleiaden, in de Stier - credit: Jan Timmermans | PLEIADEN.JPG |
M42, NGC 1976, Orionnevel - credit: Diederik Brussee | ORIONNEV.JPG |
IC 434, met o.a. Paardekopnevel, in Orion - credit: T.A. Rector (NOAO/AURA/NSF) and Hubble Heritage Team (STScI/AURA/NASA) | HORSEHEADA.JPG |
B33, NGC 2024, Paardekopnevel, in Orion - credit: N.A.Sharp/NOAO/AURA/NSF | HORSEHEADB.JPG |
B33, NGC 2024, Paardekopnevel, in Orion - credit: ESO | HORSEHEADC.JPG |
M20, NGC 6514, Drielobbige nevel, in de Boogschutter - credit: Todd Boroson/NOAO/AURA/NSF | TRIFID.JPG |
NGC 2264, Kegelnevel, in de Eenhoorn - credit: NASA and the ACS Science Team | CONE.JPG |
M1, NGC 1952, Krabnevel, Supernova 1054, in de Stier - credit: Jay Gallagher (U. Wisconsin)/WIYN/NOAO/NSF | CRABNEV.JPG |
M16, NGC 6611, Arendnevel, in de Slang - credit: Bill Schoening/NOAO/AURA/NSF | M16.JPG |
Er is nog een ander probleem, waar moderne astronomen zich voor geplaatst zien. Er zijn
aanwijzingen dat de snelheid van het licht (ongeveer 300.000 km/sec) niet constant is, maar
langzaam afneemt in de tijd.
Zo schrijft N.E. Dorsey: ‘Zoals goed bekend is bij hen die vertrouwd zijn met de
verschillende metingen van de lichtsnelheid, zijn de definitieve waarden die telkens
gerapporteerd werden ... over het algemeen en monotoon verminderd vanaf Cornu’s 300,4 megameters/sec
in 1874 tot Anderson’s 299,766 in 1940’ in
Tegenwoordig wordt de lichtsnelheid gemeten m.b.v. atomaire klokken en is de snelheid altijd
hetzelfde. Deze klokken zijn echter geijkt aan de lichtsnelheid, zodat er geen andere snelheid meer
gemeten kan worden, zie
Barry Setterfield. Dit zet vraagtekens
bij het bepalen van de leeftijd van
verre hemelichamen in het heelal.
M31, NGC 224, Andromedanevel - credit: Bill Schoening, Vanessa Harvey/REU program/NOAO/AURA/NSF | ANDROMEDA.JPG |
NGC 2207 en IC 2163, in de Grote Hond - credit: NASA and Hubble Heritage Team (STScI) | NGC2207.JPG |
NGC 4319 en quasar Mrk 205, in de Draak - credit: NASA and The Hubble Heritage Team (STScI/AURA) NASA veronderstelt op grond van roodverschuiving dat het slelsel NGC 4319 zo'n 80 miljoen lichtjaar ver weg is en de quasar ongeveer 1 miljard lichtjaar. Er is echter een bijzonderheid. Tussen het stelsel en de quasar bevindt zich een lichtbrug. Op de NASA foto is dit amper te zien, maar wel na bewerking: 1 2 3 ), en op een andere foto ook. |
NGC4319.JPG |
NGC 7603 en NGC 7603B met 2 quasars er tussen in, in de Vissen - credit: Sloan Digital Sky Survey
(SDSS) Dit is een bijzonder paar van sterrenstelsels, want de roodverschuiving van NGC 7603 is 0,030C en die van NGC 7603B is bijna 2 x zoveel: 0,057C. En toch zijn ze met elkaar verbonden door een lichtbrug. In de lichtbrug bevinden zich bovendien 2 quasars, met roodverschuivingen van 0,391C en 0,243C. Dit is het meest indrukwekkende bekende geval van abnormale roodverschuiving. |
NGC7603.JPG |
NGC 1232, in Eridanus - credit: ESO/IDA/Danish 1.5 m/R.Gendler and A. Hornstrup | NGC1232.JPG |
NGC 4414, in Coma Berenices - credit: Hubble Heritage Team (AURA/ STScI/ NASA) | NGC4414.JPG |
Hickson Compact Group 87, groep van 4 stelsels, in de Steenbok - credit: Hubble Heritage Team (STScI/AURA/NASA) | HCG87.JPG |
NGC 5247, in de Maagd - credit: NOAO/AURA/NSF | NGC5247.JPG |
M104, NGC 4594, Sombrero stelsel, in de Maagd - credit: Todd Boroson/NOAO/AURA/NSF | M104.JPG |
NGC 1365, in de Oven - credit: ESO | NGC1365.JPG |
M64, Zwarte oog, in Coma Berenices - credit: John Gleason/Adam Block/NOAO/AURA/NSF | M64.JPG |
NGC 4676, De Muizen, in Coma Berenices - credit: NASA and the ACS Science Team | NGC4676.JPG |
M51, NGC 5194, Draaikolk stelsel, in de Jachthonden - credit: Todd Boroson/NOAO/AURA/NSF | WHIRLPOOL.JPG |
UGC 10214, Kikkervisje, in de Draak - credit: NASA and the ACS Science Team | UGC10214.JPG |
M81, NGC 3031, in de Grote Beer - credit: N.A.Sharp/NOAO/AURA/NSF | M81.JPG |
M82, NGC 3034, in de Grote Beer - credit: N.A.Sharp/NOAO/AURA/NSF | M82.JPG |
M98, NGC 4192, in Coma Berenices - credit: AURA/NOAO/NSF, licht heeft blauwverschuiving | M98.JPG |
M101, NGC 5457, in de Grote Beer - credit: George Jacoby, Bruce Bohannan, Mark Hanna/NOAO/AURA/NSF | M101.JPG |
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk van zijn handen
|